Ik heb het geluk gehad om in de straten van Parijs op te groeien en hier te leren fotograferen. Grote steden zijn een fantastische plek voor straatfotografie doordat er veel gebeurt en er verschillende typen gebouwen en locaties te vinden zijn. Hierdoor krijg je de kans om allerlei dingen uit te proberen en het fotograferen snel onder de knie te krijgen.
In de afgelopen jaren heb ik niet alleen in Parijs gefotografeerd, maar ook in andere steden in de rest van de wereld. Eerst gebruikte ik de Sony α6000 en nu de α7R III.
De stad is een speeltuin
Steden zijn net een soort doolhof. Ik zie elke dag als een kans, een nieuwe uitdaging om locaties te vinden en plekken te fotograferen die nog niet eerder op beeld zijn vastgelegd. Mijn eerste advies is dus om simpelweg van de stad te genieten en rond te lopen. Verken je dorp of stad en kijk er met een frisse blik naar.
Als ik denk dat ik iets heb gevonden, neem ik voordat ik de camera pak even de tijd om te observeren wat er zich voor mijn neus afspeelt. Ik zoek naar iets magisch, zoals het licht of iets dat de sfeer van de stad op dat moment echt weerspiegelt. Het belangrijkste is echter dat je stopt en rondkijkt voordat je een foto maakt.
Wees origineel
Wat ik het belangrijkst vind, is om te proberen de sfeer, de energie, het DNA van een stad vast te leggen. In een stad als New York is het heel makkelijk om een mooi plaatje te schieten, zoals je op ansichtkaarten ziet, maar we hebben zulke foto's allemaal al duizend keer eerder gezien. Ga in plaats daarvan op zoek naar interessante composities of kleuren om je foto's origineel te maken. Voeg er altijd iets eigens aan toe.
Een oefening die je kunt doen om jezelf aan te leren de omgeving te verkennen en op zoek te gaan naar iets speciaals, is door eerst het voor de hand liggende shot te maken en dan vanuit daar verder te kijken. Fotografeer bijvoorbeeld eens vanuit een lagere of hogere positie, of kijk in de andere richting. Ga op zoek naar een ander soort foto. Na verloop van tijd leer je automatisch op zoek te gaan naar verschillende composities die afwijken van de standaardkiekjes die je als toerist zou maken.
Alles draait om timing
Net als bij elk ander soort fotografie is het licht erg belangrijk. Ik maak veel foto's bij zonsopkomst en zonsondergang. Het liefst word ik 's ochtends vroeg wakker, zo rond 5 à 6 uur, zodat ik het eerste licht op straat kan benutten. Ik fotografeer graag op dit tijdstip omdat het licht dan magisch is en er bijna niemand op straat is.
Een van de manieren waarop ik een beetje sfeer en magie toevoeg, is door volledig tegen de zon in te fotograferen. Ik speel graag met het licht en de manier waarop het voor weerspiegelingen, zonnevlammen en stervormige stralen zorgt. Sommige mensen houden er niet van en proberen dit effect te vermijden, maar wat mij betreft voegt het echt energie toe.
Om het beste licht te vinden, gebruik ik apps waarmee ik kan zien wat op verschillende momenten van de dag de stand van de zon is. Vervolgens probeer ik op het juiste moment op de juiste plek te zijn, zodat het licht klopt. Ik weet dan nog niet precies hoe de foto eruit gaat zien, maar ik weet wel dat het licht in een bepaalde hoek op een gebouw of straat zal vallen. Het enige wat ik dan nog hoef te doen, is het effect van de zon optimaal benutten.
Besteed voldoende tijd aan de nabewerking
Ik besteed bijna net zo veel tijd aan de nabewerking als aan het fotograferen zelf. Als ik een dag lang foto's maak, heb ik genoeg foto's voor een hele dag bewerken.
Tijdens het bewerken richt ik me op het contrastniveau om de sterke zwart- en wittinten naar voren te halen. Daarna richt ik me op de kleur en de vorm. Ik houd van oranjetinten in mijn foto's, dus vaak speel ik met de foto's zodat die kleur goed naar voren komt. Het is belangrijk om te bepalen welke kleuren je wilt benadrukken, en dat je de contrasten zo aanpast dat er een mooie balans ontstaat.
Geef jezelf een uitdaging
Ik vind het leuk om voor mezelf projecten te bedenken en zo te proberen een reeks foto's te maken die goed bij elkaar passen. Laatst was ik in Singapore, waar ik besloot me op architectuur te richten. Ik veranderde mijn werkwijze en gebruikte de FE 12-24 mm f/4 G-lens op mijn α7R III om abstracte, minimalistische zwart-witfoto's te maken. Daarbij ging ik op zoek naar heel minimalistische composities met veel lineaire elementen.
Als je aan een project werkt, ben je ergens gericht mee bezig en heb je een reden om jezelf uit te dagen en iets nieuws te proberen. Hierdoor word je een betere fotograaf.
"Ik probeer door middel van fotografie het licht te volgen, de beweging te sublimeren en het moment vast te leggen."