Als je je wintersportfoto's wilt laten opvallen, moet je je net als bij elk ander type fotografie weten te onderscheiden. Je moet je eigen stijl vinden en als je grote wedstrijden fotografeert, kan dat lastig zijn. Vooral bij schansspringen. Je bent elk jaar op dezelfde locaties, bij dezelfde springschansen. En er is maar weinig ruimte voor fotografen. Mijn eerste advies is dus om altijd op tijd te komen, want als je de eerste bent, heb je de beste plek. Ik probeer elk jaar een andere plek uit te zoeken, want ik vind het belangrijk om altijd naar nog betere foto's te streven en iets anders te doen dan wat ik eerder heb gedaan. Ook als mijn eerdere foto's een groot succes waren.
Ik ga bij het bepalen van mijn positie altijd op zoek naar een plaatje dat er anders dan anders uitziet. Het licht is een van de belangrijkste elementen. Dit kan natuurlijk gaandeweg veranderen, dus daar moet je rekening mee houden. En dan is er nog de hoek vanuit waar ik fotografeer. Ook hierbij ga ik op zoek naar dynamiek, want ik wil geen standaardshot van een skiër of schansspringer. Elke lens zorgt voor een andere look, dus ik moet van tevoren goed bedenken wat ik in beeld wil brengen en, minstens zo belangrijk, wat ik buiten beeld wil laten. Ik moet al in een vroeg stadium de juiste keuzes maken. Daarom ben ik altijd vroeg op de locatie en kijk ik alvast rond. Als de wedstrijd eenmaal is begonnen, komen de sporters vlot achter elkaar, dus het is lastig om dan nog van plek te veranderen. Zeker met al die andere fotografen om je heen.
Het maken van de foto's zelf is vaak best eenvoudig. Ik gebruik twee Sony α9-camera's met verschillende lenzen, zodat ik snel tussen de twee kan wisselen. Ik stel de autofocus in op Continu en gebruik Uitgebreide flexibele spot of één spot, waardoor de autofocus het subject perfect kan volgen. Dankzij de snelle en nauwkeurige scherpstelling kan ik me richten op timing en compositie.
Bij schansspringen halen de sporters soms wel een snelheid van 100 kilometer per uur, dus je hebt echt een snelle autofocus nodig. Om dat ene moment in de lucht vast te leggen, heb ik echter ook een snelle sluitertijd nodig. Meestal stel ik de sluiter in op 1/1000e of 1/800e seconde en bedien ik de rest van de belichting handmatig. Ik gebruik handmatige belichting omdat de helderwitte sneeuw de metingen van de camera vaak beïnvloedt, waardoor foto's er te donker uit komen te zien. Als ik de sluitertijd heb ingesteld, kan ik de elektronische zoeker en het lcd-scherm aan de achterkant gebruiken om precies te zien hoe de uiteindelijke foto's worden. Ik kan het diafragma, de ISO-gevoeligheid en de witbalans aanpassen om op de camera de perfecte belichting te krijgen.
Soms wil ik de snelheid in beeld brengen waarmee de sporters door de lucht razen. Daarvoor gebruik ik een panningtechniek. Ik verlaag de sluitertijd bijvoorbeeld naar 1/100e of 1/80e seconde en probeer de camera op dezelfde snelheid te pannen als de sporter. Hierdoor blijft die goed scherp, maar krijg je bewegingsonscherpte op de achtergrond, waardoor de snelheid van de actie wordt benadrukt. Dit is een goede techniek om interessante, opvallende foto's te maken.
Voor welke lens je kiest, hangt volledig af van je positie en wat je precies in beeld wilt brengen. Ik heb de FE 16-35 mm f/2.8 GM-lens voor brede shots met veel achtergrond en omgevingselementen. Ik gebruik de FE 24-70 mm f/2.8 GM als algemene lens voor allerlei situaties en ik ben daarnaast een groot fan van de FE 100-400 mm f/4.5.6 GM-lens. Voor een lens met zo'n brandpuntsafstand is die laatste erg licht van gewicht. Dat is handig als ik me op de skipistes vaak moet verplaatsen. Deze lens heeft bovendien het perfecte brandpuntsbereik voor de meeste foto's die ik maak.
Voor mijn foto's zoek ik vaak naar momenten met emotie en actie. Ik wil de snelheid en intensiteit van een moment vastleggen, maar kijk ook naar de reacties van de sporters nadat de wedstrijd is afgelopen. Emotie komt vaak niet alleen van de sporter zelf, maar ook uit de interactie met het publiek, van de fans en supporters die ze aanmoedigen. Zulke kleine momenten kunnen echt memorabele foto's opleveren.
Het laatste advies dat ik wil geven, is om je ervaring met andere soorten fotografie te benutten. Ik heb niet alleen veel verschillende sporten gefotografeerd, maar ook veel straatfotografie gedaan. Dankzij die ervaring en oefening zoek ik nog steeds naar interessante hoeken, mooie achtergronden en goed licht. Er zijn altijd vaardigheden van andere fotografiestijlen die je kunt toepassen wanneer je wintersportfoto's maakt. Die ervaring draagt bij aan je persoonlijke stijl en ideeën.
”Voor mij is het bij fotografie niet belangrijk wat een foto weergeeft en presenteert, maar eerder welke vragen de foto oproept."