Past de camera in de modi Continuous Shooting (Continu fotograferen) en Speed Priority Continuous (Continu fotograferen met snelheidsprioriteit) constant de scherpstelling aan?
Als de modus voor automatische scherpstelling is ingesteld op AF-A of AF-C, kunt u mogelijk de scherpstelling aanpassen in de modus Continuous Shooting (Continu fotograferen).
Er zijn beperkingen, afhankelijk van de camera en lens. Controleer het volgende.
Legenda:
✔: Compatibel
- : Niet compatibel
Snelle, hybride AF | Bevestigingsadapter | |||||
Modelnaam | Instelling automatische-scherpstellingsmodus | Met compatibele lens |
Met niet-compatibele lens |
Met LA-EA1 |
Met LA-EA3 |
Met LA-EA2 of LA-EA4 |
ILCE-9 | AF-C | ✔*10 | ✔*2 | ✔*2 | ✔*6 | ✔*2 |
ILCE-7RM2 ILCE-7RM3 |
AF-A of AF-C | ✔*1 | ✔*2 | ✔*3 | ✔*2 | |
ILCE-7M2 | AF-C | ✔*1 | ✔*2 | ✔*3 *8 | ✔*2 | |
ILCE-7 | AF-C | ✔*4 | ✔*5 | - | ✔*5 | |
ILCE-5100 | AF-A of AF-C | ✔*6 | ✔*2 | - | ✔*2 | |
ILCE-6000 | AF-A of AF-C | ✔*6 | ✔*2 | - | ✔*2 | |
ILCE-6300 | AF-A of AF-C | ✔*6 | ✔*2 | ✔*3 | ✔*2 | |
ILCE-6300 ILCE-6400 ILCE-6500 |
AF-A of AF-C | ✔*9 | ✔*2 | ✔*3 | ✔*2 | |
NEX-5R NEX-5T NEX-6 |
AF-C | ✔*7 | ✔*5 | - | ✔*5 |
Modelnaam | Instelling automatische-scherpstellingsmodus | Contrast-AF |
Bevestigingsadapter |
|
Met LA-EA1 of LA-EA3 |
Met LA-EA2 of LA-EA4 |
|||
ILCE-7SM2 ILCE-7S ILCE-7R ILCE-5000 ILCE-3500 ILCE-3000 NEX-7 NEX-3N NEX-F3 |
AF-C |
✔*5 |
- |
✔*5 |
NEX-C3 |
AF-C |
✔*5 |
- |
✔*5 *11 |
NEX-5 NEX-3 |
AF-C |
✔*5 |
- |
✔*5 *12 |
Modelnaam |
Instelling automatische-scherpstellingsmodus |
|
DSC-RX10M4 | AF-A of AF-C | ✔*1 |
DSC-RX100M5 | AF-A of AF-C | ✔*1 |
*1 In de volgende gevallen kan AF niet worden gevolgd in de modus Continuous Shooting (Continu fotograferen):
- Als het onderwerp zich buiten bereik van de sensor voor autofocus met fasedetectie bevindt.
- Wanneer u opnamen maakt in een donkere omgeving.
- Wanneer u een onderwerp zonder contrast vastlegt, zoals een blauwe lucht of een witte muur.
- Als de diafragmawaarde groter is dan F8.
*2 Alleen compatibel met Continuous Shooting (Continu fotograferen) Lo (Laag).
*3 Alleen compatibel met Continuous Shooting (Continu fotograferen) Lo (Laag).
U dient Phase-detection AF (Autofocus met fasedetectie) voor AF system (AF-systeem) in te stellen vanuit het aangepaste menu.
*4 In de volgende gevallen kan AF niet worden gevolgd in de modus Speed Priority Continuous Shooting (Continu fotograferen met snelheidsprioriteit):
- Als het onderwerp zich buiten bereik van de sensor voor autofocus met fasedetectie bevindt.
- Wanneer u opnamen maakt in een donkere omgeving.
- Wanneer u een onderwerp zonder contrast vastlegt, zoals een blauwe lucht of een witte muur.
- Als de diafragmawaarde groter is dan F8.
*5 Alleen compatibel met Continuous Shooting (Continu fotograferen). (U kunt dan niet meer scherpstellen in Speed Priority Continuous Shooting (Continu fotograferen met snelheidsprioriteit).)
*6 AF kan niet worden gevolgd wanneer u opnamen maakt in een donkere omgeving. U kunt in de volgende gevallen niet meer scherpstellen bij Mid (Midden) / Hi (Hoog). Stel in dat geval Lo (Laag) in.
- Als het onderwerp zich buiten bereik van de sensor voor autofocus met fasedetectie bevindt.
- Als de diafragmawaarde groter is dan F11.
- Wanneer de systeemsoftware van LA-EA3 versie 01 is
*7 In de volgende gevallen kan AF niet worden gevolgd in Speed Priority Continuous Shooting (Continu fotograferen met snelheidsprioriteit):
- Als het onderwerp zich buiten bereik van de sensor voor autofocus met fasedetectie bevindt.
- Wanneer u opnamen maakt in een donkere omgeving.
- Als de diafragmawaarde groter is dan F6.3.
*8 Softwareversie 2.0 of hoger is vereist.
*9 AF kan niet worden gevolgd wanneer u opnamen maakt in een donkere omgeving. U kunt in de volgende gevallen niet meer scherpstellen bij Mid (Midden) / Hi/Hi+ (Hoog/Hoog+). Stel in dat geval Lo (Laag) in.
- Als het onderwerp zich buiten bereik van de sensor voor autofocus met fasedetectie bevindt.
- Als de diafragmawaarde groter is dan F11.
- Wanneer de systeemsoftware van LA-EA3 versie 01 is
*10 AF kan niet worden gevolgd wanneer u opnamen maakt in een donkere omgeving. U kunt in de volgende gevallen niet meer scherpstellen.
- Als het onderwerp zich buiten bereik van de sensor voor autofocus met fasedetectie bevindt.
- Als de diafragmawaarde groter is dan F11.
*11 Softwareversie 02 of hoger is vereist.
*12 Softwareversie 05 of hoger is vereist.